Zwangerschap en bevalling
Meetinstrument
Zwangerschap, geboorte en gynaecologische aandoeningen
Een set indicatoren die kwaliteitsinformatie oplevert over bevallingen die in het ziekenhuis plaatsvinden en goede zorg rond zwangerschap.
Omschrijving
Dit meetinstrument bevat een set indicatoren die kwaliteitsinformatie oplevert over de geboortezorg. Deze informatie bevordert de transparantie over de kwaliteit van zorg. Omdat onderstaande indicatoren op de Transparantiekalender zijn opgenomen is het verplicht om hier kwaliteitsgegevens voor aan te leveren. Dit geldt alleen voor aanbieders die deze zorg leveren.
In de indicatorgids staat welke gegevens er in welk verslagjaar moeten worden aangeleverd. De verzamelde data over deze indicatoren is openbaar. U kunt de data bekijken en downloaden via 'Openbare data'.
De indicatoren voor Zwangerschap en bevalling zijn komen te vervallen vanaf verslagjaar 2019.
Beoordeling door Zorginstituut Nederland
In oktober 2015 hebben betrokken partijen bij de indicatorensets MSZ algemene en specifieke verbeteropdrachten meegekregen van het Zorginstituut Nederland. De partijen hebben de opdracht gekregen om voor 1 juli 2016 verbetering aan te brengen op deze verbeteropdrachten. We zijn voor zover mogelijk was op basis van de voorhanden documenten nagegaan in hoeverre zij reeds aan de verbeteropdrachten hebben voldaan. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de DICA-dagen in oktober 2015, waarbij wijzigingen bedacht en besproken werden in de indicatorset, plaatsvonden voordat de verbeteropdrachten bekend waren bij de betrokken partijen.
Uit aangeleverde documentatie blijkt dat indicatorgids door de relevante partijen is ontwikkeld. Federatie, NPCF, Stichting Kind en Ziekenhuis, Zelfstandige Klinieken Nederland en Zorgverzekeraars Nederland waren betrokken bij de ontwikkeling van de set. De set wordt in werkgroepen besproken en doorontwikkeld. Ook NVZ en NFU worden voor deze werkgroepen uitgenodigd. De NVZ, NFU en ZN nemen zelden deel aan deze werkgroepen. Wel krijgen ze elke keer gelegenheid om commentaar te leveren op de stukken zowel voorafgaand aan een vergadering als achteraf.
Voor criterium 1&2 lijkt niet voldaan te zijn aan de verbeteropdrachten. Het is niet duidelijk of de toegevoegde klantpreferentievragen gedragen worden door alle relevante partijen.
Zorginstituut Nederland heeft bij de betrokken partijen de ontwikkeling rond de speerpunten voor 2016 opgevraagd (de speerpunten staan beschreven in het document ‘route naar indiening van indicatoren MSZ voor verslagjaar 2016’). Naar aanleiding hiervan heeft Zorginstituut Nederland besloten om voor 14 speerpunten doorzettingsmacht in te zetten om de vernieuwingen vast te stellen voor verslagjaar 2016. Geboortezorg (inclusief Zwangerschap en bevalling) is 1 van deze 14 speerpunten (benoemd door ZN en het Zorginstituut) die nu ter toetsing voorligt voor opname in het register en op de Transparantiekalender. Geboortezorg (inclusief Zwangerschap en bevalling) is tevens een onderwerp dat is opgenomen in de Top 30 voor Transparantie.
De partijen hebben de indicatorenset met bijbehorende informatie zoals een indicatorengids, ontwikkelrapporten en andere achtergrondinformatie niet bij ons ingediend. Wij zijn afhankelijk van de informatie die wij bij hen hebben kunnen opvragen (voornamelijk indicatorgidsen).
Werkinstructie
Er is een werkinstructie waaruit blijkt hoe het meetinstrument moet worden gebruikt. De werkinstructie voldoet niet volledig aan de eisen van het Toetsingskader: de doelen van de indicatoren staan niet genoemd; de benodigde data-schoning en data-analyse is bij de ene indicator uitvoeriger beschreven dan bij de andere. Er wordt bij uitkomstindicatoren niet aangegeven hoe wordt gecorrigeerd voor populatieverschillen. Bij de VOKS wordt rekening gehouden met vijftien factoren die invloed kunnen uitoefenen op het percentage keizersneden. Er is wel richtlijn aanwezig (richtlijn medicamenteuze pijnbehandeling bij bevalling, 2008). In de werkinstructie wordt aangegeven dat correctie niet nodig is of dat de VOKS percentiel al gecorrigeerd is. Er wordt niet verwezen naar beschikbare informatiestandaarden, zoals PWD digitale gegevensuitwisseling in de perinatale zorg.
Bij het toetsen van de indicatorgids blijkt dat nog niet voldaan is aan de algemene verbeteropdrachten uit 2015 die de betrokken partijen hebben meegekregen voor het onderdeel werkinstructie.
Methodologische eigenschappen
Er is beperkte informatie voorhanden waaruit de inhoudsvaliditeit van het meetinstrument blijkt. De zorginhoudelijk indicatoren zijn wel afgeleid uit de bestaande richtlijn Medicamenteuze pijnbehandeling tijdens de bevalling (2008). De richtlijn Medicamenteuze pijnbehandeling tijdens de bevalling beschrijft onder meer welke medicamenteuze pijnbehandeling het beste resultaat geeft en welke behandeling het meest veilig is, zowel voor moeder als kind. De set indicatoren is gericht op dezelfde patiëntenpopulatie in het ziekenhuis als de richtlijn en heeft alleen betrekking op ziekenhuizen waar bevallingen plaatsvinden.
Aanvullende informatie over validiteit en betrouwbaarheid is niet aanwezig. Er zijn enkel verwachtingen over de betrouwbaarheid. Hierdoor is het niet mogelijk een compleet beeld te krijgen over de validiteit en betrouwbaarheid van het meetinstrument.
We hebben geen informatie waaraan we kunnen toetsen of aan de algemene verbeteropdrachten uit 2015 die de betrokken partijen hebben meegekregen voor het onderdeel validiteit en betrouwbaarheid is voldaan.
Procesbeschrijving
Er is geen procesbeschrijving meegeleverd met de indicatorgids. We kunnen gebruikmaken van de procesbeschrijving van verslagjaar 2015. Hierdoor is het lastig om te toetsen of de landelijke gegevensverzameling voor verslagjaar 2016 goed is georganiseerd. Wel weten we dat betrokken partijen (langlopende) afspraken hebben met bestaande registraties als DICA, gegevensmakelaar DHD (ziekenhuizen) en Desan (Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN)) over gegevensverzameling, bewerking en doorlevering.
Een van de verbeteropdrachten bij dit criterium betrof het opnemen van een lekenvertaling van de indicatoren in de indicatorengidsen, de NPCF werkt hier aan en heeft aangegeven deze informatie op te leveren voor in de definitieve indicatorgidsen voor vj 2016.
Uit bovenstaande gegevens blijkt dat partijen voor een deel al gewerkt hebben aan de algemene verbeteropdrachten uit 2015 op dit onderdeel over landelijke procesbeschrijving. Door het ontbreken van informatie is niet te toetsen of wordt gewerkt aan de overige verbeteropdrachten.