Status
Niet meer in het Register
Opgenomen in het Register
Indicatorset-ID
ISID000051
Herzieningsdatum
Gerelateerd

Omschrijving

De ‘vragenlijst kerngegevens Gehandicaptenzorg’ is het meetinstrument dat bij het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg hoort. Zorgaanbieders die onder de reikwijdte van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg vallen, leveren elk jaar hun kwaliteitsinformatie aan op basis van deze vragenlijst.

Belangrijk onderdeel hierbinnen is het kwaliteitsrapport. Voor het verkrijgen van cliëntinformatie op individueel niveau gebruiken zorgaanbieders in de Gehandicaptenzorg één van de cliëntervaringsinstrumenten die binnen de zogenaamde ‘Waaier VGN 2020-2022’ vallen. De informatie die hieruit wordt verkregen, wordt meegenomen in het kwaliteitsrapport.

Het Kwaliteitskompas Gehandicaptenzorg 2023-2028 vervangt het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022. Om deze reden wordt de ‘vragenlijst kerngegevens Gehandicaptenzorg’ niet meer uitgevraagd vanaf verslagjaar 2023. Bij het Kwaliteitskompas Gehandicaptenzorg hoort een nieuw meetinstrument.

Indicatoren

  • 1.1 Heeft uw organisatie een openbaar kwaliteitsrapport verslagjaar 2021? INID010842

  • 1.2 Geef onderstaand de weblink (URL) naar het kwaliteitsrapport van uw organisatie INID010845

  • 1.3 Heeft uw organisatie een openbaar beschikbare cliëntversie van het kwaliteitsrapport verslagjaar 2021? INID013948

  • 1.4 Geef onderstaand de weblink (URL) naar de cliëntversie van het kwaliteitsrapport verslagjaar 2021 INID013949

  • 2.1 Maakt u voor het meten van cliëntervaring in 2020 of 2021 gebruik van een instrument uit de waaier? Het betreft bij deze vraag de ervaringen van de cliënten en/of verwanten. INID000791

  • 2.2 Van welk instrument maakt u gebruik? INID010848

    Subindicatoren
  • 3.1 Voor welk percentage cliënten heeft uw organisatie actuele zorgafspraken opgesteld in het ondersteuningsplan? (niet ouder dan 1 jaar) INID010850

  • 3.2 Voor welk percentage cliënten heeft uw organisatie de zorgaspraken in samenspraak met de cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger opgesteld? INID013950

  • 4.1 Voor welk percentage cliënten heeft uw organisatie een risico-inventarisatie uitgevoerd? INID010851

  • 4.2 Worden de uitkomsten van de risico-inventarisatie in zorgafspraken uitgewerkt? INID010852

  • 5.1 Hoeveel besteedt uw organisatie jaarlijks aan scholing en scholingsactiviteiten voor uw medewerkers? Dit kunnen interne en externe scholingsactiviteiten zijn. INID000840

  • 5.1.C Kunt u aantonen dat in uw organisatie de toegepaste vrijheidsbeperkende maatregelen (volgens intern vastgestelde frequentie) worden geëvalueerd? INID000817

  • 5.1A Past uw organisatie vrijheidsbeperkende maatregelen toe in het kader van de BOPZ? INID010870

  • 5.1B Welke M&M conform Wet Bopz past u toe? Meerdere antwoorden mogelijk. INID010871

    Subindicatoren
  • 5.2 Heeft uw organisatie beleid opgesteld op het gebied van vrijheidsbeperkende maatregelen? INID000813

  • 5.3 Wordt dit beleid periodiek (volgens intern vastgestelde frequentie) geëvalueerd en zo nodig bijgesteld? INID000814

  • 5.4 Heeft uw organisatie beleid opgesteld over het verminderen en voorkómen (preventie) van vrijheidsbeperkende maatregelen? INID000815

  • 5.5 Kunt u aantonen dat u de verantwoordelijkheidstoedeling heeft geregeld bij het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen in het kader van de BOPZ? INID000816

  • 6.1 Wanneer is de medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO) voor het laatst onderzocht (dd-mm-yyyy)? INID010879

Betrokken partijen

  • Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) (penvoerder)
  • Ieder(in)
  • Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
  • Landelijk Steunpunt Medezeggenschap (LSR)
  • Nederlands Instituut van Psychologen (NIP)
  • Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG)
  • Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO)
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)
  • Zorginstituut Nederland
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

Beoordeling door Zorginstituut Nederland

Alle relevante partijen zijn betrokken. Dit zijn de partijen die lid zijn van de landelijke stuurgroep 'Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg'. De leden van deze stuurgroep hebben het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg ontwikkeld.

Werkinstructie

Toelichting: ja, ik onderscheid hierbij de volgende onderdelen:

  1. Beschrijving van het gehele zorgproces vanuit het perspectief van de cliënt (inclusief indicaties voor diagnostiek en behandeling en/of ondersteuning)? In de langdurige zorg wordt gewerkt met een indicatie van het CIZ. Dit is een kader waarbinnen de zorg- en dienstverlening plaatsvindt. De invulling hiervan vindt in dialoog met de cliënt plaats en wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan (bouwsteen 1)
  2. Beschrijving van het gebruik van gepaste zorg (doelmatigheid). In de gehandicaptenzorg (binnen de Wlz) heeft de overheid een systematiek van onafhankelijke indicatiestelling ingevoerd. Hierop aansluitende zijn zorgprofielen en zorgzwaartepakketten van toepassing. Daarmee wordt bevorderd dat de geboden zorg aansluit op de aard en ernst van zorgbehoeften; en tegelijk dat de geboden zorg doelmatig is in relatie tot de zorgvraag.
  3. Definitie kernbegrippen en aanwijzing documentatie en informatie zorgaanbieders. Er is een aparte kernbegrippenlijst toegevoegd. Daarbij beschrijft het Kwaliteitskader welke informatie per cliënt altijd beschikbaar is en hoe deze actueel wordt gehouden. Ook geeft de handreiking ondersteuningsplan, een aanvullende leidraad en kernbegrippen over de inhoud van het ondersteuningsplan en tevens over de afstemming ervan met het multidisciplinair behandelplan en de gemaakte afspraken van informatie en overdracht.
  4. Beschrijving van controle en/of evaluatiemomenten en overlegmomenten. Niveau cliënten: binnen het kwaliteitskader zijn regels gesteld over de dialoog met de cliënten over de totstandkoming van een ondersteuningsplan (samen met de cliënt opgesteld) deze wordt minimaal jaarlijks geëvalueerd met de cliënt, persoonlijk begeleider en/of behandelaar en vervolgens geactualiseerd. Niveau medewerkers en zorgteams: is een periodieke en gezamenlijke reflectie opgenomen in het kwaliteitskader. Die kan worden aangevuld met “leren over de grenzen van teams” (bij elkaar op bezoek) en met interne audits over het zorgproces rond de cliënt (verloopt dat proces zorgvuldig?). Niveau van de organisatie: de opdracht tot bestuurlijk leiderschap rond kwaliteit is aangescherpt door jaarlijks een bondig kwaliteitsrapport op te stellen en te bespreken met interne en externe stakeholders. Daarbij is een twee jaarlijkse externe visitatie geboden, die onder meer gestalte kan krijgen in de vorm van leernetwerken met andere organisaties.
  5. Beschrijving zelfmanagement en/of eigen regie. De visie start met de regie bij de cliënt en zet hiermee de cliënt centraal. De medewerker en cliënt stellen in dialoog vast welke problemen er zijn rond zelfredzaamheid en welke ondersteuningsbehoeften daaruit voortvloeien. De bouwstenen 1 en 2 van het Kwaliteitskader zijn de uitwerking van persoonsgerichte zorg die aansluit op de wensen en voorkeuren van de cliënt.
  6. Toelichting op bewijsvoering. De visie en de werkwijze van het Kwaliteitskader is gestoeld op nationaal en internationaal onderzoek. Onder andere op modellen van W. Buntinx, J. van Loon en de modellen van Schalock en Verdugo.
  7. Beschrijving structuur zorgproces. Vanuit de dialoog met de cliënt worden gemaakte afspraken vastgelegd in het ondersteuningsplan. Dit plan is de drager van informatie over problemen bij zelfredzaamheid, aanmerkelijke gezondheidsrisico’s, ervaren kwaliteit van bestaan en de wensen en invulling van de ondersteuning. Conform wettelijk kader worden de afspraken minimaal (half)-jaarlijks met cliënt en verwanten geëvalueerd en aangevuld.
  8. Beschrijving van de aansturing en verantwoordelijkheidstoedeling van het zorgproces. In de handreiking ondersteuningsplan (sinds 2013 in Register) zijn bovenstaande punten beschreven. In de bijlage over het ondersteuningsplan is nader uitgewerkt hoe taken en verantwoordelijkheden zijn verdeeld. De persoonlijk begeleider is verantwoordelijk is voor opstellen van het ondersteuningsplan en de relevante behandelaar(s) zijn daarbij betrokken. De begeleider informeert collega’s in de woonvorm, tevens gedragsdeskundigen, medici, therapeuten en de activiteitenbegeleider voor dagbesteding. Ook ten aanzien van informatie en overdracht zijn afspraken gemaakt. De persoonlijk begeleider volgt of afspraken worden gerealiseerd en signaleert tijdig. Hierbij kan een cliëntagenda behulpzaam zijn, waarmee het werken volgens het ondersteuningsplan continu getoetst, bewaakt en waar nodig bijgesteld wordt.  
  9. Beschrijving implementatie met voorwaarden. In het hoofdstuk over onderhoud en ontwikkeling van het kwaliteitskader (hoofdstuk 10) is opgenomen dat VGN extra middelen en menskracht beschikbaar stelt voor de implementatie aan leden van de VGN. De invulling van het implementatieplan wordt per half jaar opgesteld. Voor periode 1 (jan- juli 2017) vinden er vier landelijke en minimaal acht regionale bijeenkomsten plaats. Tevens zijn er twee bijeenkomsten voor bestuurders. Er wordt gebruik gemaakt van kennis van de leden die als proeftuin hebben gewerkt met het Kwaliteitskader. Het programma voor fase 2 (aug- dec 2017) wordt medio juni opgeleverd, wederom op basis van behoeften van leden.

Procesbeschrijving

Nog niet alle onderdelen zijn aanwezig, maar in het kwaliteitskader staat wel beschreven wanneer dan wel.

  1. Cliëntenversie/correcte cliënteninformatie? Nog niet aanwezig. Er wordt een cliëntversie gemaakt en deze is medio juni 2017 gereed.
  2. Samenvatting? Nog niet aanwezig. De samenvatting is uiterlijk medio juni 2017 gereed. Een korte samenvatting is opgenomen onder het kopje “algemene informatie” van het aanbiedingsformulier.
  3. Onderhoudsplan? Medio 2019 is een tussentijdse evaluatie gepland.  Deze evaluatie is onderdeel van een bredere onderhouds- en ontwikkelagenda. De landelijke stuurgroep is verantwoordelijk voor de evaluatie; inhoud en opzet ervan worden afgestemd met ZIN en het ministerie van VWS. De bedoelde evaluatie is eind 2019 gereed.

Het vernieuwde kwaliteitskader gehandicaptenzorg bevat twee meetinstrumenten:

  • Algemene informatie over het kwaliteitsbeleid van de zorgaanbieder (waar onder aspecten van veilige zorg). Deze informatie berust op een landelijk vastgelegde vragenlijst analoog aan de huidige “pijler 1”. Deze maakte al deel uit van het voorgaande kader en is al in het register opgenomen.  De vragenlijst ‘pijler 1’ wordt  jaarlijks, dus ook in 2017 geactualiseerd, waarbij enkele vragen over het kwaliteitsrapport een plek zullen krijgen in de vragenlijst. Dit gebeurt onder leiding van de stuurgroep 'Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg' en is eind 2017 gereed.  
  • Specifieke informatie over de ervaringen van cliënten inzake kwaliteit van zorg en hun eigen kwaliteit van bestaan. Hierover zijn afspraken vastgelegd onder bouwsteen 2 van het kader. Erop aansluitend is een erkend geheel van instrumenten uitgewerkt (“waaier”) waaruit de aanbieder een weloverwogen keuze maakt.  

Gekoppeld aan het kwaliteitskader is een commissie van deskundigen werkzaam (waarin hoogleraren op het gebied van langdurige zorg); die overziet de instrumenten, adviseert over toelating tot de erkende set, en levert bijdragen aan verdere ontwikkeling.
Deze items hangen grotendeels samen met het kwaliteitsrapport dat openbare kwaliteitsinformatie bevat. Dit bestaat uit:

  1. Een samenvattend kwaliteitsrapport over de kwaliteit van zorg o.a. op basis van cliëntinformatie en cliëntervaringsonderzoek.
  2. Verwerking van informatie over beleid rond kwaliteit en veiligheid o.a. op grond van een landelijke vragenlijst pijler 1).

Informatiestandaard

Toelichting vraag 1: Onder leiding van de stuurgroep verkent de VGN, in het kader van de doorontwikkeling, welke Informatiestandaarden in het licht van het vernieuwde Kwaliteitskader opportuun zijn.
De bevindingen van deze verkenning worden eind 2019  voorgelegd aan het Zorginstituut.