Omschrijving
Bij mensen met insulineafhankelijke diabetes speelt zelfmanagement een grote rol bij het bereiken van een goede bloedglucoseregulatie. Dit laatste is belangrijk om korte- en langetermijncomplicaties te voorkomen. Het gaat hierbij om het zelf controleren van bloedglucosewaarden, het toedienen van insuline en zo nodig aanpassen van de doseringen en het aanpassen van voeding en/of beweging.
Het controleren van de glucosewaarden kan door middel van vingerprikken met een bloedglucosemeter en bijbehorende teststrips, of met behulp van een sensor. Kenmerkend voor sensortechnologie is dat de glucosewaarden worden gemeten in het interstitiële vocht.
Diabetes is een ingrijpende chronische ziekte die bij suboptimale behandeling gepaard gaat met hoge morbiditeit en mortaliteit. Studies laten zien dat kinderen die in het verleden diabetes ontwikkelden voor het 10de levensjaar als volwassenen 15 jaar eerder overleden dan gezonde mensen. Hoe langer een patiënt diabetes mellitus heeft en hoe langer de glucosewaarden zich buiten de streefwaarden bevinden, des te slechter de prognose. Maar daar tegenover staat: hoe hoger het percentage tijd binnen de streefwaarden hoe groter de kans dat de morbiditeit en mortaliteit gelijk zou kunnen worden aan mensen zonder diabetes mellitus.
Hoe hoger de frequentie van (bloed)glucosemetingen per dag, des te meer mogelijkheden voor de patiënt om de glucosewaarden te normaliseren door de dosering van insuline (en eventueel voeding) aan te passen. Het gebruik van een glucose sensor maakt het voor de patiënt met diabetes mellitus mogelijk om zonder frequent bloed te prikken elk moment van de dag de actuele glucosewaarde te zien en hier op te reageren, dan wel bij een gekoppelde sensor/ pomp combinatie de pomp automatisch de insuline dosis aan te laten passen.
Het gebruik van de sensor (eventueel in combinatie met pomp) is dus een belangrijk onderdeel van de behandeling om het optreden van de korte- en langetermijncomplicaties van diabetes mellitus zoveel mogelijk te voorkomen. Omdat het gebruik van glucose sensoren, afhankelijk van het type, in meer of mindere mate educatie voor de patiënt behoeft, is het belangrijk in deze leidraad te beschrijven wat nodig is voor doelmatige toepassing.
Omdat sensoren (zowel FGM als CGM) op dit moment duurder zijn dan de bloedglucose metingen (niet rekening houdend met potentiele lange termijn kostenbesparingen) wordt van patiënten verwacht dat zij bereid en gemotiveerd zijn om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die sensortherapie biedt. Van de behandelaars wordt gevraagd de inzet van deze sensoren doelmatig voor te schrijven, dat wil zeggen de beschikbare middelen optimaal te benutten.
Herziening
Op 16 december 2022 heeft de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) het integraal consensusdocument ‘Kwaliteitscriteria voor optimale en doelmatige inzet diabeteshulpmiddelen' gepubliceerd. In het consensusdocument worden de landelijke kwaliteitscriteria voor diabeteshulpmiddelen beschreven.
De kwaliteitscriteria geven een antwoord op de vraag hoe de zorg rondom 6 typen diabeteshulpmiddelen (bloedglucosemeter en test strips; sensortechnologie – real time continue glucose monitoring (rt-CGM) en flash glucose monitoring (FGM); insulinepennen; insulinepomptherapie; hybride closed loop systemen (HCL); ketonen teststrips) eruit zou moeten zien en welke consequenties dit vervolgens heeft voor de organisatie en infrastructuur van de zorg. Het document vervangt eerdere consensusdocumenten voor specifiek insulinepomptherapie (2015), bloedglucosemeting (2017), en FGM en CGM (2020).
Het consensusdocument ‘Kwaliteitscriteria voor optimale en doelmatige inzet diabeteshulpmiddelen’ is nog niet opgenomen in het Register van het Zorginstituut Nederland. Dat is omdat het nog geen informatieparagraaf bevat. De NDF heeft, in overleg met alle betrokken partijen en Zorginstituut Nederland, besloten het consensusdocument te publiceren in de NDF Toolkit Persoonsgerichte Diabeteszorg en preventie.
Op deze wijze zijn de kwaliteitscriteria zonder extra vertraging openbaar en bruikbaar gemaakt voor zorgverleners, mensen met diabetes, beleidsmedewerkers, kwaliteitsmanagers, verzekeraars en de overheid. Bij de eerstvolgende herziening zal ook de informatieparagraaf worden ontwikkeld en gelijktijdig met de herziening aangeboden aan het Zorginstituut Nederland.